Contact
Home
webdesign: djRrrong for undone productions

Rijksverzekeringsbank (RVB)

Tijdens het liberale kabinet Pierson werd in 1901 een wettelijk verplichte ongevallenverzekering aangenomen, aanvankelijk alleen voor gevaarlijke bedrijven. Voor de dekking van het risico was het werkgevers toegestaan eigen voorzieningen te treffen via zogeheten eigen risico-verenigingen. Het innen van de premies, het beheer van de opgebrachte gelden en het beslissen over en uitkeren van de rente werd uitsluitend aan de Rijksverzekeringsbank over gelaten.

Via de Raad van Toezicht op de RVB, de Plaatselijke Commissies (die in naam van de RVB het toezicht op de genees- en heelkundige behandeling zouden uitoefenen) en de Raden van Beroep hadden de belanghebbenden (werkgevers en werknemers) invloed.

Door de creatie van de RVB had de regering de uitvoering van de eerste verplichte sociale zekerheidswet op afstand geplaatst. Overleg van betrokkenen over de uitvoering moest rechtstreeks met de RVB plaatsvinden. Formeel hadden de minister en zijn departement geen directe grip op de dagelijkse gang van zaken.

De Rijksverzekeringsbank werd op 1 juni 1901 opgericht.

Het eerste bestuur bestond uit:
R. Macalester Loup (voorzitter)
H.W.E. Struve
H.P. Berdenis van Berlekom
Plaatsvervangend bestuursleden waren:
G.A. van Hamel
J.G. Schölvink
J.W. Tydeman

Leden van de Raad van Toezicht waren:
Ph.W. van der Sleyden (voorzitter)
M.J.C.M. Kolkman,
J.L. van Verre
W. Hovy, werkgever
B. Lutkie, werkgever
D.W. Stork, werkgever
P.B. Kok, arbeider
P.M. Verdorst, arbeider

Aanvankelijk had de RVB naast de medische diensten en plaatselijke kantoren zestien agentschappen. In 1904 werd dit aantal uitgebreid tot 44. In 1904 waren er 588 personeelsleden in dienst, in 1905 was dit aantal opgelopen tot 702.

In 1919 bestond het bestuur uit:
V. Noest (voorzitter)
H.P. Berdenis van Berlekom
H.L. van Duyl

De Raad van Toezicht bestond uit:
I.H. Hijmans (voorzitter)
G. Nijhuis
J.H. de Hoog
J.F.H. Spier
P.J. Raaymakers
P.J.M. Verschure
L.G.H. van Rooijen
W. Kaars Sijpesteijn
W.M.J. Lutterveld

Vanaf 1921 bestond de Raad van Toezicht uit:
P.J. Raaijmakers (voorzitter)
Deskundigen:
W.M.J. van Lutterveld (1922-1929)
J.B. van Dijk (1922-1929)
F.E. Posthuma (1923-1929)
W.H. Vliegen (1923-1929)

Werkgevers:
J.N. Hendrix (1921-1929, aangewezen door de Verzekeringsraad van Den Haag)
J.C.L. Vlaanderen (1921-?, aangewezen door de Verzekeringsraad van Den Haag)
P.J.A.A.M van Nispen tot Sevenaer (1921-1929, aangewezen door de Verzekeringsraad van Arnhem)
J. Beuker (1921-19?, aangewezen door de Verzekeringsraad van Arnhem)

Werknemers:
E. Kupers (1921-1929, aangewezen door de Verzekeringsraad van Den Haag, NVV)
J.S. Ruppert jr. (1921-1929, aangewezen door de Verzekeringsraad van Den Haag, CNV)
F.L.M. Kamphuis (1921-19?, aangewezen door de Verzekeringsraad van Arnhem)
G. Leppink (1921-19?, aangewezen door de Verzekeringsraad van Arnhem)

Meer informatie:

Rijksverzekeringsbank (ING)

Archief Rijksverzekeringsbank (NA)

Archief Raad van Toezicht RVB (ING)

Architectuur Rijksverzekeringsbank

Plaatselijke commissies Ongevallenwet

Over ongevallen-verzekering (1898)

De Ongevallenwet en werkgevers- en werknemersorganisaties

De Ongevallenwet en Centraal Beheer

Effect Ongevallenwet 1901 op de gezondheidszorg

Uitvoeringsorganen sociale zekerheid

Betreffende de Raden van Arbeid

Geschiedenis verzorgingsstaat

Danièle Rigter

Deze pagina is een initiatief van historisch onderzoeksbureau Ecade en maakt onderdeel uit van het project Geschiedenis van de Raden van Arbeid