Home Contact
webdesign: djRrrong for undone productions
Talma's Raden van Arbeid: democratisch gekozen uitvoeringsorganen

De positie van de belanghebbenden bij de uitvoering was bij de opbouw van het sociale zekerheidsstelsel steeds een punt van overweging. Een van de ministers die zich uitvoerig met dit vraagstuk hebben beziggehouden, was A.S. Talma. Het meest duidelijk kwam dit in 1910 naar voren in zijn ontwerp Radenwet. De behoefte aan een samenhangend uitvoeringsstelsel met een zo groot mogelijke rol voor de werkgevers en werknemers was op dat moment al decennia onderwerp van discussie. Talma was na veel parlementaire tegenstand succesvol in het in de wet waarborgen van hun positie. Zijn blauwdruk werd uiteindelijk gedeeltelijk gerealiseerd.

De Radenwet die in 1913 werd aangenomen, introduceerde de Raden van Arbeid als uitvoeringsorganen van sociale zekerheidswetten. Talma wilde een stelsel van evenredige vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers en sloot daarbij aan bij de door A. Kuyper ontworpen Raden van Beroep. Deze Raden waren deel van de uitvoering van de Ongevallenwet van 1901. Een van Talma's doelstellingen was dat werkgevers en arbeiders elkaar door hun werk voor de Raden van Arbeid beter zouden leren kennen. Hij wilde een verzoening tussen kapitaal en arbeid bevorderen. Daarnaast werd verondersteld dat door de betrokkenheid van belanghebbenden fraude werd tegengegaan.

Net als bij de Raden van Beroep en de Kamers van Arbeid werden in Talma's Raden van Arbeid de werkgevers- en werknemersleden gekozen. Werkgevers kozen werkgeversvertegenwoordigers en arbeiders de arbeidersleden van de Raad. Arbeiders en werkgevers binnen de regio van een Raad die Nederlands staatsburger waren en vijfentwintig jaar of ouder, hadden stemrecht. De werkgever had recht op een aantal stemmen dat verband hield met het aantal bij zijn onderneming werkzame arbeiders. Arbeiders brachten elk één stem uit. De voorzitter van elke Raad werd door de minister benoemd. De ervaring die was opgedaan met de Kamers van Arbeid had geleerd dat naast een evenredige vertegenwoordiging van belanghebbenden een neutrale voorzitter nodig was. Deze moest in het geval van onverenigbare tegenstellingen de doorslag kunnen geven.

De voorzitter moest de besluiten die door het bestuur van een Raad van Arbeid genomen waren, uitvoeren. Het bestuur van de Raad werd door en uit de Raad gekozen en bestond uit evenveel werkgevers- als werknemersleden. De bemoeienis van de Raad, het bestuur en de voorzitter zouden per wet verschillen. Bij de ook door Talma ontworpen Invaliditeitswet was de rol van de voorzitter groter dan bij zijn Ziektewet. Vooral bij deze laatste wet was, net als bij de bestaande onderlinge kassen en fondsen, de invloed van de belanghebbenden groot.

Bij de uitvoering van de bestaande voorzieningen in geval van ziekte was gebleken dat er verschil van mening kon ontstaan over de vraag wie er bij deze voorzieningen tot de belanghebbenden moest worden gerekend. Vooral artsen en apothekers waren van mening dat ook zij in de besturen van die voorzieningen een rol zouden moeten spelen. Bij de uitvoering van de Duitse Ziektewet was duidelijk geworden dat conflicten tussen de belanghebbenden (werkgevers, arbeiders en zorgverleners) hoog op konden lopen. Talma vond daarom een neutrale voorzitter onmisbaar.

Het verkiezen van de Kamers van Arbeid en van de Raden van Beroep was een gemengd succes gebleken. Het houden van verkiezingen was een tijdrovende en kostbare zaak en de opkomst was niet altijd even hoog als gehoopt. Minister P.J.M. Aalberse, die in 1919 de Raden van Arbeid instelde, koos mede daarom voor een systeem van voordrachten. Op basis van het aantal leden droegen door de minister uitgekozen organisaties van werkgevers en werknemers een aantal kandidaten voor. Uit deze voordrachten werden de Raden van Arbeid door de minister paritair samengesteld. Het aanvankelijke voornemen om de Raadsleden uiteindelijk wel democratisch te laten verkiezen, is nooit verwezenlijkt.

Danièle Rigter

Over de rol van werkgevers en werknemers binnen de Raden van Arbeid zie:

Proeve Posthuma-Kupers

Zie ook:

Uitvoeringsorganen sociale zekerheid

Geschiedenis van de verzorgingsstaat

Het functioneren van het poldermodel

Het belang van archiefonderzoek


The making of the Dutch welfare state

De geordende chaos (pdf)

Voorgeschiedenis van de Raden van Arbeid

Raden van Arbeid van A.S. Talma

Reacties op de plannen van Talma

M.W.F. Treub en de sociale zekerheid

Samenstelling Raden van Arbeid (pdf)

Besturen Raden van Arbeid 1919 (pdf)

Deze pagina is een initiatief van historisch onderzoeksbureau Ecade

Danièle Rigter publishes on different elements of the history of the welfare state. She wrote about the role of the Dutch department of Labour and about several private organisations. Her latest publications are about Dutch and Belgian social insurance and about the relationship between different levels of government and its citizens. Her research focuses on the aspects of nationbuilding, democracy and citizenship in the making of the welfare state. For the Centre for the History of Health Insurance (Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars) in the Department of Medical Humanities at the VU University Medical Center in Amsterdam she was responsible for the management of the heritage of health insurance organisations (Erfgoedgids Zorgverzekeraars).